dinsdag 15 maart 2011

Maar iedere kunstenaar gelooft toch wel iets?

Heilig Vuur. Religie en spiritualiteit in de moderne kunst
Een recensie van een Stedelijk Museum-tentoonstelling (2009)

Als dat mogelijk was voor kunstwerken, zou in de Nieuwe Kerk in Amsterdam Het Laatste Avondmaal van Marlene Dumas de dialoog aan kunnen gaan met het varken van Jeff Koons. Ondanks grote verschillen tussen de werken, die verder strekken dan de discipline en de afkomst van hun scheppers, hebben ze toch wel wat gemeen. Ze hangen op de tentoonstelling Heilig Vuur. Religie en spiritualiteit in de moderne kunst van het Stedelijk Museum Amsterdam en hebben doordat ze onder dit thema geschaard zijn blijkbaar iets met religie te maken. Jeff Koons baseerde zijn werk Ushering in Banality volgens de tentoonstellingscatalogus onder andere op de kitscherige beeldtaal van het katholicisme. Het varken, dat voortgedreven wordt door wat engeltjes, lijkt een persiflage te zijn op het binnenhalen van Christus in Jeruzalem. En, zo meldt ons de catalogustekst, misschien verbeeldt het werk het ‘verdorven consumentengedrag, dat de plaats inneemt van afnemende religiositeit’. Het werk van Dumas legt door de titel al meteen het verband met het christelijke geloof. Of het een aanklacht is tegen de Bijbel of het christendom in het algemeen is niet duidelijk. Het werk, dat over leven en dood gaat, toont in de onderste helft Jezus aan het Laatste Avondmaal op de plaats van Judas, en in de bovenste helft een wolk van baby’s, die zich in de gedachten van Jezus bevinden of daadwerkelijk aanwezig zijn, en door de kunstenares gevangen zijn in hun neergang richting de tafel. Een aanklacht of niet, voor de makers van Heilig Vuur lijkt dit niet van belang te zijn geweest.


Werken die het christendom toejuichen, propageren of juist met de grond gelijk maken kunnen ogenschijnlijk bij elkaar geplaatst worden. Vlak naast Koons’ varken zijn twee werken van Thierry de Cordier te zien: Madonna-met-de-buil waarin het vrouwelijk geslachtsdeel te ontdekken is en Péché Sec/Droge Zonde, waarbij de bezoeker niet om de erectie van de gekruisigde figuur heen kan.
Misschien is dit opvallende geslachtsdeel één van de redenen voor de ruimte die voor deze tentoonstelling in de kerk is geplaatst. De makers hebben niet de open structuur en imposante architectuur van de kerk gebruikt, maar kleine stoffen kubussen in de kerk geplant. In een kruisvorm, dat dan weer wel. Door de stoffen wanden en kleine gangen voelt de tentoonstelling benauwd en bijna ‘heimelijk’ aan, terwijl de werken nu ook niet zo schokkend zijn dat ze verborgen zouden moeten worden. Integendeel, de tentoonstelling bevat voornamelijk braaf werk. Braaf, maar wel van topniveau: Bacon, Gilbert & George en Hirst openen de tentoonstelling, Mondriaan flankeert Malevich en hangt oog in oog met Klein, Beuys kan Pollock de hand schudden en van Kandinsky leren we zelfs iets over zijn ontwikkeling. Door de kleine ruimtes sta je als bezoeker al snel met je neus op een werk; een gruwel voor de werken maar wel fijn en laagdrempelig voor de bezoeker die het werk nu eens goed van dichtbij kan bekijken. Het is de vraag of het thema van de tentoonstelling nu ook zo laagdrempelig is. Het thema lijkt vooral een excuus te zijn om zoveel mogelijk van deze topstukken bij elkaar te brengen. Dit excuus werkt zeker, want onder het thema religie en spiritualiteit is werkelijk elk kunstwerk te vangen. Op iedere kunstenaar kun je wel een religieus of spiritueel etiket plakken. Een afbeelding van een kruisiging is makkelijk, maar de aanwezigheid van een nul-werk van Schoonhoven is net zo goed te verklaren: ‘in zijn opvatting over schoonheid, perfectie en afwijking werd hij geïnspireerd door het zenboeddhisme’. Bij Nam June Paik is het gebruik van een Boeddha al genoeg, terwijl in het werk de meditatieve werking van de televisie centraal staat. Bij Pollock doet de extase waarin hij raakte als hij werkte aan zijn ‘drippings’ denken aan de (dans-)rituelen van indianen. Is dit dus genoeg om bij deze tentoonstelling vertegenwoordigd te zijn? Het lijkt vaak vergezocht, maar uiteindelijk is er voor elk werk toch wel een argument te vinden om bij deze tentoonstelling ingedeeld te kunnen worden. Het bezoekersboekje benadrukt, getuige de omschrijvingen van negen religieuze begrippen, de westerse esoterie inbegrepen, nog maar eens dat alles over religie gaat. Religieus getinte citaten op de muren maken het geheel af: het draait hier om geloof. Dit had spannend kunnen zijn, maar doordat het een bij elkaar geraapt zooitje kunstwerken lijkt, is de tentoonstelling zelf vooral makkelijk en saai. Gelukkig maar, dat de kunstwerken wel goed zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten