dinsdag 29 maart 2011

Kees Verwey en Godfried Bomans: van vriendschap tot portret

Door Karlijn de Jong
Verschenen in: Article, jaargang 2 (2009) nr. 3


In de reeks ‘Schrijversportretten’ in Article, waarin werken uit de collectie van het Letterkundig Museum in Den Haag werden besproken, stonden met dit artikel zowel een bekend schrijver als een bekend schilder centraal. Beiden leverden bijzondere producten die veel betekend hebben voor de Nederlandse letterkunde en voor de Nederlandse schilderkunst. Kees Verwey (1900-1995) is één van Nederlands’ bekendste schilders uit de twintigste eeuw. Zijn lange leven en omvangrijke oeuvre is in verschillende biografieën besproken. Hierin komen het grillige karakter van de kunstenaar aan bod, de verschillende onderwerpen die hij in zijn schilderijen behandelde en zijn positie als traditionele kunstenaar in een tijd van vernieuwing. Toch ontbreekt er in bijna alle bronnen een belangrijk schilderij uit Verweys oeuvre: het portret dat hij in 1953 maakte van schrijver Godfried Bomans (1913-1971). Over het portret en de totstandkoming ervan is zodoende weinig bekend. Dit artikel kan gezien worden als het eindproduct van een zoektocht hiernaar.
 
Trouw aan het schilderkunstig uitgangspunt
Kees Verwey (1900-1995) ontwikkelde mogelijk het verlangen om kunstenaar te worden door zijn beroemde ooms, de dichter en ‘Tachtiger’ Albert Verwey en de architect H.P. Berlage.[1] Op drieëntwintigjarige leeftijd werd Verwey als leerling aangenomen door de bekende Haarlemse schilder Henri Frédéric Boot (1877-1963). Boot verlangde van Verwey dat hij zich volledig aan zijn leiding zou onderwerpen Daaronder vielen niet alleen de schilderlessen maar ook de daarachter liggende levensleer. Boot eiste een zorgvuldige observatie en een getrouwe weergave van de werkelijkheid. Daarbinnen richtte hij zich vooral op het weergeven van de ruimte met behulp van perspectief en licht, wat hij beschouwde als het belangrijkste kenmerk van de Hollandse schilderkunst. Boot wordt beschouwd als de nestor van de Haarlemse schilderswereld en het is niet verwonderlijk dat Verwey aanvankelijk binnen zijn invloedssfeer werkte. De werken van leraar en leerling waren volgens krantenberichten in de jaren twintig nauwelijks van elkaar te onderscheiden.[2] Vanaf de tweede helft van de jaren dertig sloeg Verwey nieuwe, eigen wegen in. Hij voelde zich verwant aan de schilders van de Haagse en Amsterdamse School en aan de Tachtigers George Breitner en Isaac Israëls. In 1961 kende de stad Leiden hem de Rembrandtprijs toe voor ‘het vernieuwen van de beste tradities in onze kunst’ en het voornemen het ‘uitgesproken Hollands karakter’ te willen handhaven.
Bij het inslaan van een eigen weg liet Verwey zich onder andere leiden door de literator Lodewijk van Deyssel (1864-1952). In Van Deyssels boeken vond Verwey de liefde voor de directe realiteit terug, die hij eerder in Boots schilderijen had gezien. Van Deyssel liet met zijn woorden de lezer vormen en materialen zien en een ruimte beleven: zo zou ook een schilder zijn onderwerpen moeten behandelen. Verwey liet zich naast de ruimte-uitdrukking van Boot nu ook leiden door de sensatie van de verschuivingen in licht en kleur en de stemmingsbeelden die Van Deyssel beschreef. Hij maakte hierdoor veel werken in aquarel, want met deze techniek konden sfeer en toon goed getroffen worden.
Na de jaren zestig ging Verwey steeds meer experimenteren. Hij volgde de ontwikkelingen in de schilderkunst op de voet, probeerde verschillende stijlen uit en probeerde ‘door meer expressie de impressionistische beperkingen te doorbreken’.[3] Wel bleef hij altijd zijn schilderkunstig uitgangspunt trouw: ‘Naarmate je het gevoel hebt van jezelf af te wijken, kom je vanzelf sterk bij jezelf terug’.[4]

Een geregeld bezoekje aan het cafeetje
Kees Verwey ontmoette Godfried Bomans in 1941 op een verhuisfeest van Verwey: ‘Eén van mijn vrienden bracht geheel onverwacht een lange, donkere jonge man mee, met de mededeling dat deze mij zeker aan zou staan (…)’.[5]
Bomans had enkele jaren daarvoor zijn erkende literaire debuut gemaakt met verhalen over de herinneringen van een oud-minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die leidden tot De memoires of gedenkschriften van Mr. P. Bas, dat in 1936 in boekvorm verscheen. In 1939 schreef Bomans zijn meest succesvolle boek Erik of Het klein insectenboek.
Na de eerste ontmoeting tussen schilder en schrijver volgden nog vele andere en onderhielden de twee de twee een frequente briefwisseling. Ze maakten veel korte wandelingen rond de Haarlemmerhout, waar ze regelmatig in een koffiehuis afspraken. Verwey: ‘Ik ken niemand, die met mij zo’n geregeld bezoekje aan dat cafeetje, afgewisseld met wat wandelen, heeft willen maken.’[6] De vriendschap kende wel wat onderbrekingen, waarover Verwey schrijft: ‘(…) een intense omgang met een vriend verloopt nooit zonder conflicten en die waren er te over.’[7]
De spil waar hun vriendschap om draaide was Lodewijk van Deyssel: Verwey en Bomans vonden elkaar in hun bewondering voor de literator. De meeste ruzies zouden ook komen door de jongensachtige afgunst van beide heren over de frequentie van het aan tafel zitten of het over de vloer komen bij van Deyssel.
Verwey en Bomans zagen elkaar ook vaak bij de sociëteit ‘Teisterbant’, die Bomans in 1949 had opgericht. Teisterbant was een vereniging ter bevordering van kunst en cultuur, waarvan enkele honderden kunstenaars, kunstminnenden, academici en intellectuelen lid werden. Verwey was vanaf de oprichting tot in 1951 lid van het genootschap. Na zijn vertrek bleef hij contact houden met Bomans.

Van vriendschap tot portret
Over het portret van Godfried Bomans door Kees Verwey is niet geschreven, niet door anderen en niet door Bomans of Verwey zelf. Uit de database van het Letterkundig Museum blijkt dat er uit de periode rond 1953 geen correspondentie tussen hen bekend is. Het portret is geschilderd in de bekende stijl van Verwey: realistisch met impressionistische invloeden in de toets, en expressionistische invloeden in het weergeven van de emotie. De intieme sfeer die het portret uitstraalt toont de relatie tussen schilder en geportretteerde. Om deze intimiteit verbeeld te krijgen heeft Verwey Bomans waarschijnlijk in levenden lijve geschilderd. De schrijver zit gebogen waardoor hij lijkt te lezen of schrijven. Een andere mogelijkheid is dat de basis voor het portret een foto van Bomans is, omdat zijn gezicht daarop hetzelfde is verbeeld als op het schilderij. De datum waarop de foto is genomen is niet bekend, maar in vergelijking met andere foto’s uit deze periode moet de foto in dezelfde periode zijn genomen.
Ook is het heel goed mogelijk dat Verwey het portret heeft geschilderd aan de hand van een eerdere studie. In het archief van het Letterkundig Museum bevindt zich een portret van Bomans, door Verwey getekend op briefpapier van de schrijver. Dit getekende portretje uit 1947 komt sterk overeen met het geschilderde portret. Deze tekening kan dus voor Verwey, al dan niet met behulp van de foto, de eerste schets geweest zijn voor het schilderij. Op 2 maart 1953 werd Bomans veertig jaar: was het portret een verjaardagscadeau van Verwey aan zijn vriend? Een preciezere datering van het schilderij onderbouwt deze theorie: het werk moet gemaakt zijn in de eerste helft van 1953. In de tweede helft van dat jaar verbleef Bomans in Rome en ontmoette Verwey ‘De Stijl’-dichter Anthonie Kok, van wie hij in de jaren 1953, ’54 en ’55 een indrukwekkende reeks portretten maakte.

Dat er in de bronnen over Verwey of Bomans nauwelijks gerept wordt over het portret is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Niet alleen is het een intiem portret van de hand van een belangrijke Nederlandse schilder; ook toont het een belangrijke schrijver die sinds 2007 is opgenomen in de canon van de honderd grootste Nederlandstalige schrijvers. De totstandkoming van het werk is met dit artikel niet volledig of sluitend opgehelderd, maar het geeft een eerste aanzet tot meer aandacht voor het portret en voor twee figuren die een belangrijke culturele erfenis achterlieten aan Nederland.


Kees Verwey, Godfried Bomans, 1953, olieverf op doek, 60 x 48 cm., signatuur rechtsonder, Openbare Collectie Letterkundig Museum Den Haag, inv. nr. 5044 1992.
 
Godfried Bomans en Kees Verwey: ‘Wij staren hier in bewondering naar van Deyssels boek’. Bron: Michel van der Plas (red.), Herinneringen aan Godfried Bomans, Amsterdam 1972, p. 234.




Foto Godfried Bomans, maker/datum onbekend, bron: http://www.godfriedbomans.nl/.

Kees Verwey, getekend portret van Godfried Bomans op briefpapier van Bomans, bron: Tubantia 22 juni 1988, Archief Letterkundig Museum Den Haag.




[1] De belangrijkste bron die ik voor Kees Verwey heb geraadpleegd is: Anita Hopmans, Kunst is spiegeling. Kees Verwey, een studie naar zijn oeuvre, Haarlem 19902 (1989).
[2] Zie hiervoor bijvoorbeeld krantenberichten uit het knipselboek van kunstenaarsvereniging ‘De Onafhankelijken’, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Den Haag, Archief De Onafhankelijken, inv. nr. 274.
[3] Citaat naar Hopmans 1990 (zie noot 1).
[4] Citaat naar Hopmans 1990 (zie noot 1).
[5] Kees Verwey, ‘De waarheid was wat hij ervan maakte’, in: Michel van der Plas (red.), Herinneringen aan Godfried Bomans, Amsterdam 1972, p. 234.
Onder de gasten bevond zich ook Lodewijk van Deyssel, waarmee Kees Verwey sinds 1933 enkele keren contact had gehad (een echte band ontstond na het schilderen van het portret van Van Deyssel in 1941). Ook Bomans leerde Van Deyssel vanaf dit moment beter kennen. Godfried Bomans, Van mens tot mens, Amsterdam 1973, p.35: Bomans schrijft over deze periode: ‘Het zal in die tijd zijn geweest dat ik in een veel dichter aanraking begon te verkeren met Haarlemmers die allen Thijm [Van Deyssel] van nabij kenden’. Bomans noemt hier verschillende namen, waaronder Kees Verwey. Zij waren ‘de planeten die om deze voor mij nog onzichtbare zon cirkelden (…)’.
[6] Verwey 1972 (zie noot 5), p. 235.
[7] Verwey 1972 (zie noot 5), p. 235.

Artikel verschenen in Article 03, zie http://www.tijdschriftarticle.nl/




1 opmerking:

  1. Hmm, that?s some cool information. I would search on Google to find other relevant articles. Actually, I came across your blog on Google Blog Search. I?m going to add your RSS feed to my reader. Continue posting please!

    cheap nolvadex

    BeantwoordenVerwijderen