dinsdag 3 mei 2011

Johan Briedé en de toegepaste kunst

Door Karlijn de Jong
Verschenen in: Studio 2000 Magazine, nr. 3 2010 


Veel grafische kunstenaars in de eerste helft van de twintigste eeuw hielden zich naast de beeldende kunst ook bezig met de toegepaste kunst; met functionele voorwerpen. Vóór die tijd was die inmenging van ‘hoge’ kunst met ‘lage’ gebruiksvoorwerpen, die immers voor het grote publiek waren, ondenkbaar. Door de opkomst van de kunstnijverheidsbeweging werd de kruisbestuiving tussen deze voormalig streng gescheiden groepen steeds meer geaccepteerd. Onder invloed van de Engelse ‘Arts and Crafts Movement’ uit de tweede helft van de twintigste eeuw was het idee ontstaan dat de schoonheid van kunst moest doordringen in het dagelijks leven van de gehele bevolking. Door de toegepaste kunst zou iedereen in aanraking komen met kunst, en het idee was dat dit een goede en zelfs beschavende uitwerking had op het volk. Geleidelijk ontstonden er hele nieuwe opvattingen: toegepaste kunst werd door velen nu ook gezien als ‘echte’ kunst, en er kwam veel meer aandacht voor vormgeving en illustraties als artistieke disciplines.

Doordat de kruisbestuiving van kunst en kunstnijverheid in Europa steeds meer geaccepteerd werd, waren ook de grafische kunstenaars in Nederland veel vrijer om zich naast beeldende kunst toe te leggen op andere vormen. Eén van hen was Johan Briedé (1885-1980). Briedé, die zo nu en dan onder de naam J.B. de Chateauroux werkte, was opgeleid aan de Kunstnijverheidsschool. Hij had les gehad van kunstenaars als Willem van Konijnenburg, Chris Lebeau en G.A. Brender à Brandis.
Briedé was kunstschilder en graficus, maar maakte ook ex-librissen en ontwerpen voor boekbanden en boek- en stofomslagen. Daarnaast was hij illustrator en typograaf. Zijn onderwerpen vond hij voornamelijk in de natuur, en hij haalde veel inspiratie uit zijn reizen naar Zweden, Frankrijk, Spanje en Mallorca. Ook was hij vaak op het Hilversumkanaal te vinden, waar hij vanuit zijn boot de waterplanten bestudeerde.
In zijn landschappen is de invloed van de art nouveau, met de gestileerde lijnen en plantaardige motieven, goed te zien. Briedé deed deze invloed onder andere op bij zijn kunstenaarsvriend Theo van Hoytema. Het ‘Bosgezicht met herten’ (1914) in de collectie van Studio 2000 is hier een voorbeeld van.